Net als bij zoveel zaken in het leven, bestaan er aanhoudende mythen over mobiele telefoons. In deze blogpost bekijken we 5 van de populairste mythen. In hoeveel ervan geloofde je zelf nog tot je dit artikel tegenkwam?
1. Smartphones zenden gevaarlijke straling uit
Moderne smartphones zijn lang niet zo gevaarlijk als oudere modellen – als ze dat ooit al waren. Mobieletelefoonfabrikanten moeten zich aan EU-wetten voor radiogolven houden; specifiek moet de RF-straling van het apparaat binnen de grenzen van de Specific Absorption Rating (SAR) blijven. Op de websites van de fabrikanten zie je per telefoonmodel wat de stralingscijfers zijn.
[ux_image id=”16769″]
2. Je moet je batterij helemaal op maken voordat je hem oplaadt
Een andere hardnekkige mythe is dat je de accu van je mobieltje helemaal leeg moet laten lopen voordat je hem aan de oplader hangt. Dat was misschien vroeger zo, toen de nikkel-cadmium (NiCad) batterijen in zwang waren. Tegenwoordig gebruiken smartphones Lithium-ion batterijen. Die kun je net zo makkelijk halverwege opladen. Sterker nog: het is beter voor deze batterijen als je ze niet helemaal opgebruikt voordat je ze weer oplaadt.
3. Meer dan 100% opladen is slecht voor de batterij
Veel smartphone-gebruikers laden hun mobieltje ‘s nachts op, waardoor hij er ‘s ochtends weer tegenaan kan. Gelukkig hoef je midden in de nacht de stekker niet uit je mobieltje te trekken, want de accu beschermt zichzelf tegen teveel opladen.
4. Automatische helderheid bespaart energie
Je zou denken dat de optie om automatisch de helderheid aan de lichtomstandigheden aan te passen, je batterij spaart. Maar niets is minder waar. De sensor die constant met de CPU van jouw mobieltje communiceert, vreet veel meer energie dan wat je zou besparen. Deze functie kun je dus het beste uitschakelen.
5. Meer megapixels betekent betere foto’s
Een smartphone-camera met 20 megapixels kan zomaar inferieur zijn aan een camera van 12 megapixels. De resolutie zegt niets over de beeldkwaliteit, die wordt bepaald door het contrast, de scherpte, de verzadiging, de vertekening bij de randen, en de kwaliteit bij slechte lichtomstandigheden. Wat daar wel voor verantwoordelijk is? Meerdere zaken: de sensor, de lens, en de software die de foto’s verwerkt.